Qua voetbal? Dat is subjectief.
Sommigen zijn fan van de push-push-push van Ivan Leko, andere van de directe stijl van Warren Joyce. En anderen hebben dan weer een boon voor de organisatie van Regi Van Acker, of houden van de generatie van eind jaren ’80 en begin jaren ’90 (Kessler-Davidovic-Meeuws).
Onder Mark van Bommel hebben we al geweldige wedstrijden gezien, maar regelmatig zitten er ook stinkers tussen. Dat is voetbal, natuurlijk. En van Bommel heeft ondertussen voldoende krediet opgebouwd om die mindere matchen te maskeren. Vaak is zijn aanpak geduldig, maar als dat resultaten oplevert, wie maalt daar dan om? Antwerp is zeker efficiënt geweest de voorbije anderhalf jaar, en kende af en toe wat meeval.
Qua moed? Ja.
Geen enkele Antwerptrainer in het moderne voetbal gaf zoveel minuten aan jonge spelers en eigen jeugdspelers. Corbanie, Van Den Bosch, Doumbia, Horemans, Ilenikhena, Keita, Lammens, Smits, Udoh, Valencia, Scott, Vermeeren en Vandeplas: dat is een aardig lijstje. Gedeeltelijk omwille van blessures van meer ervaren spelers, maar ook omdat de jonge gasten het verdienden. Als trainer heb je in zulke gevallen de keuze: beginnen zeuren in de pers, of je veters aanspannen en ervoor gaan met de jongeren. En of de aanpak loonde!
Qua jeugdspelers brengen komt alleen de betreurde Colin Andrews in de buurt, al was dat in zijn geval een financiële noodzaak. Maar jonge gasten als Hairemans, Put, de broertjes Kil, Pelgrims en Vogels hebben ons toch ook wat plezier bezorgd in die moeilijke tijden.
Foto: Pieter Slembrouck