De roots van de ‘kleine tribune’

Na eerdere installaties nabij het Wilrijcksche plein (1880-1893), de Transvaalstraat (1893-1895), de Velodroom van Zurenborg (1895-1903) en de Kruisstraat (1903-1908), dacht Antwerp FC in 1908 aan de Broodstraat eindelijk een geschikt terrein gevonden te hebben, maar eens de Eerste Wereldoorlog voorbij, volstonden ook deze installaties niet meer om aan de stijgende toeschouwersaantallen tegemoet te komen. Voor de zoveelste maal moest het bestuur naar andere en ruimere accommodaties uitkijken. Alfred Verdyck kreeg de opdracht van de club om uit te kijken naar grond. Men was van plan in de buurt van de Broodstraat (op het Kiel) een nieuw stadion op te richten, maar van dit plan moest worden afgezien, aangezien de prijs van de grond daar te hoog lag. Na enkele maanden had Verdyck echter grond gevonden in Deurne-Noord.

Onder impuls van voorzitter Elebaers en secretaris Verdyck, gesteund door bouwmeester Gerard De Ridder, werd begonnen aan de bouw van het Bosuilstadion, dat in die tijd als een van de meest moderne van Europa mocht worden beschouwd.

‘Kleine tribune’

Tribune I telde oorspronkelijk 7.000 plaatsen en was overdekt en kreeg daarom de naam van “grote tribune” mee. Aan de overkant van het speelveld verrees Tribune II met 6.000 plaatsen. Vandaar dat deze bekend stond als de “kleine tribune”. Iets wat in later jaren, en zeker na meerdere uitbreidingen, een beetje raar overkwam voor buitenstaanders.

Verder rond het veld – achter de twee doelen – boden de trappen plaats aan 25.000 toeschouwers. In het geheel kon het stadion dus 38.000 toeschouwers ontvangen. Onder de zitplaatsen van de kleine tribune en verder onder de staanplaatsen achter de doelen liepen drie tunnels die dienden om het komen en gaan van de toeschouwers te vergemakkelijken en die ook doorgang konden verlenen bij grote manifestaties, aan optochten en stoeten. Van die drie grote doorgangen is er anno 2025 nog maar eentje over, de grote middenboog. Deze boog staat -door zijn centrale positie- op zowat alle elftal- en actiefoto’s van de afgelopen 102 jaar. Het zal zwaar vallen om ons visueel referentiepunt te moeten opgeven…

 

Openingswedstrijd

In oktober 1922 werd de eerste paal in de grond geslagen en amper één jaar later, op 1 november 1923, had de triomfantelijke inhuldiging plaats in. Liefst 40.000 toeschouwers, meer dus dan de eigenlijk toegelaten 38.000, waren uit alle hoeken van het land samengestroomd om de interlandwedstrijd België – Engeland bij te wonen.

Aanleg van de vijver

Tijdens het uitvoeren van de werken werd door het bestuur alles in het werk werd gesteld om het nieuwe stadion zo goedkoop mogelijk uit de grond te stampen. Er was zowat 40.000 kubieke meter aarde nodig om de trappen rond het speelveld aan te leggen. Daarvan moest niets van buitenaf worden aangevoerd door de aanleg van een vijver voor tribune I, wat een besparing van 500.000 frank betekende. In sommige kranten verscheen toen ten onrechte dat Antwerp ook een zwemdok aan het bouwen was voor haar spelers…

 

Een dak voor Tribune II

In 1930 werd de ‘Griekse constructie’ achter de doelen en de tribune II vervangen door een dak. Zo kwam er een einde aan de toch wel halsbrekende toeren die sommige supporters uithaalden om bovenop de constructie te klauteren, zoals te zien is op deze (Interland) actiefoto uit 1926:

 

Vergroting van Tribune II

In 1936 wordt tribune II (en ook de tribunes achter de beide goalen) uitgebreid met een 2de ring, wat de totale capaciteit van het Bosuilstadion op 50.700 plaatsen brengt. Onder toezicht van architect Gerard De Ridder werd in augustus 1936 door de aannemers Van Riel, Van den Berghe en Van den Bulcke met de werken begonnen.

De capaciteit van Tribune II (ook wel ‘kleine tribune’ genoemd) werd opgetrokken van 6.000 naar 11.700 zitplaatsen. Boven de bestaande staanplaatsen werden er een extra tribune gebouwd, ondersteund door een majestueus bos van poutrels en beton..

 

De noordkant én de zuidkant boden na de verbouwing elk plaats aan 16.000 personen, dus in totaal 32.000 staanplaatsen. Samen met de 7.000 zitplaatsen op Tribune I kwam de totale capaciteit van het Bosuilstadion zo op 50.700 plaatsen. Ook werden er 54 loketblokken in beton opgetrokken waarin, bij grote wedstrijden, zeventig kassiers tickets konden verkopen.

 

Bij latere verbouwingen aan het Bosuilstadion (waaronder bvb. de bouw van een 3de ring achter de doelen in 1956 door de Antwerpse Bouwwerken Verbeeck, wat de maximale capaciteit van het Bosuilstadion op zo’n 60.000 toeschouwers bracht) onderging tribune II geen wijzigingen meer. De huidige toestand van tribune II die nu wordt afgebroken is dus eigenlijk die van 1936.

 

Auteur: Dirk Willocx

©2025 De Vierkante Paal | Webdesign Webit
Privacy Policy | Cookie Policy