Auteur: Robbe van Lier
Nooit zo pissed geweest na een overwinning als die tegen Cercle Brugge gisterenavond. Dat had lang niet alleen met DL7 te maken. Ook met het abominabele spelpeil.
Wat we gisteravond te zien kregen, deed pijn aan de ogen. Van’t slechtste voetbal sinds onze terugkeer naar eerste klasse. Waar er onder Bölöni aanvankelijk ook weinig sprake was van opbouw van achteruit, zat er tenminste nog grinta in het team, een gezamenlijk verhaal waar alle spelers samen voor gingen. Zelfs dat leek tegen Cercle Brugge – laatste in de stand – compleet afwezig. Natuurlijk zijn er verzachtende omstandigheden. Veel afwezigheden en een nieuwe coach zonder inloopperiode. Maar toch. Waar zijn die mooie combinaties die we – vooral Europees – op de grasmat legden?
Onze Balotelli van denaldi werd op een week tijd van enfant terrible in de B-kern opgewaardeerd tot basisspeler (en matchwinnaar). “Zonder Refaelov, Miyoshi en Mbokani zijn er weinig opties over”, zei Franky Vercauteren voor aanvang. Genoteerd, beste Benavante, Benson, Mbenza en Buta? Genoteerd, meneer D’Onofrio? Je gaat je nog afvragen hoe Leko het al die maanden zonder Lamkel Zé klaarde.
Waar het daags na Rafa’s gouden schoen en een historische dag voor onze club nog een 40-tal fanatieke fans waren die de aandacht weer deden afglijden naar de zelfverklaarde ster in onze B-kern, was het het Antwerp-bestuur zelf dat Ze’s zotte stoten beloonde met een heropwaardering naar de A-kern.
Je kan blijkbaar zo lang stoten blijven uithalen, de club negatief onder de aandacht brengen, keer op keer op onze supportersharten trappen, vandalenstreken uithalen, … tot je weer in de armen gesloten wordt. Althans door het bestuur. Lamkel Zé moét en zal nog centen opbrengen. Een andere verklaring is er niet. Of dat de spelerskern verdeelt of niet, of dat supporters tegen elkaar opzet of niet.
En of het ons nu sportief vooruit helpt of niet. Want ja, we pakten gisteren drie punten en zotte Zé scoorde. Maar afgelopen maanden hebben evenzeer bewezen dat dit team niet afhankelijk is van de knotsgekke Kameroener. En er viel tenminste nog wat meer te beleven dan één schot binnen het kader per wedstrijd. Bovendien valt maar af te wachten hoe jongens als De Laet, Haroun en Refaelov reageren als Zé koste wat het kost in het team moet. Leggen zij er hun kop nog voor? Een mens zou begrijpen van niet. De viering van DL7 was alvast veelzeggend: welgeteld twee teamgenoten kwamen hem feliciteren. De rest liet de late winning goal schijnbaar koud. Sfeer is goed. Gele kaart? Vuistje van Franky erbovenop.
Nee, de voetbalwereld is geen toonbeeld van ethische normen, moreel gezag of sociale verantwoordelijkheid. Een reden te meer om paal en perk te stellen als het zo duidelijk de spuigaten uitloopt als in dit geval. Want het gaat hier niét om grote maatschappelijke vraagstukken. Het gaat hier om de kern van wat je bent als club, als stamnummer 1. Waar je voor staat. Waar wíj voor staan, want Antwerp, dat ís zijn supporters. Dat is passie, hard werk, grootspraak, zweven en weer vallen, en ja – dat is ook een serieuze hoek af. Maar laten we écht passeren dat iemand van binnenuit lacht met onze kleuren? De kleedkamer zowel letterlijk als figuurlijk bezoedelt? Of hij nu straks drie, zes of negen punten oplevert. In niets is die jongen nog waarvoor Antwerp staat. Een club is méér dan geld- of sportief puntengewin. Vraag dat maar aan Ritchie.
Auteur: Robbe van Lier